Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En Ik zal de [31]rivieren [tot] droogte maken, en het land [32]verkopen in de hand der [33]bozen; en Ik zal het land met zijn [34]volheid verwoesten door de hand der vreemden: Ik, de HEERE, heb het gesproken. 31. Zie boven hfdst.29 vs.3. 32. Dat is, overleveren, geven, gelijk de verkochte waar geleverd wordt in de hand en macht des kopers; zie Ps.44:13, en boven hfdst.29 vs.19. 33. Der Chaldeen, die wel in dezen, als Gods dienaars en uitvoerders zijner oordelen waren, maar van zichzelven boos, en niets voorhebbende dan hun boze lusten van schade en overlast te voldoen, welker boosheid God gebruikte om zijn heilige en onstraffelijke oordelen over de Egyptenaars uit te voeren; vergelijk boven hfdst.29 vs.20, en zie 2 Sam.12:12. 34. De gaven, met welke God Egypte begaafd, verrijkt en versierd had; vergelijk Ps.24:1.